Zonder te antwoorden kwam de man op hem af. ’Wat wilt u van mij?’ riep hij nog eens. Nog altijd geen antwoord. De man draaide hem bruut om en deed hem een blinddoek om. ‘Wat bent u met mij van plan?’De man in het donkere trainingspak reageerde nog altijd niet op zijn vragen. Er gebeurde lange tijd niets.Het was muisstil op het kerkhof en hij was er niet meer zeker van of de man er nog wel was. ‘Bent u er nog?’ vroeg hij. Bij wijze van antwoord, hoorde hij het gekraak van plastiek. ‘Het zeil!’ dacht hij. Hij voelde een duw. Iets zei hem dat de man hem in de put naast het laatste graf had geduwd. Er kwam maar geen einde aan zijn val. Hij begon zich af te vragen of hij zich die duw niet had ingebeeld. Al snel kreeg hij een antwoord op die vraag. De aarde was opeens wel heel dichtbij. ‘Sta op!’ riep een stem, het was een koude, maar toch vertrouwde stem. Hij deed wat hem gevraagd was. ‘Doe die blinddoek af!’ zei de stem. Aarzelend deed hij weer wat hem te doen stond. Zijn ogen moesten even wennen aan het licht. Want hij mocht dan wel onder de grond zijn maar donker was het er in ieder geval niet. Wat hij zag had hij allerminst verwacht. De moeder van zijn eigen verloofde zat daar met twee lijfwachten ernaast, net de prinses van Egypte.
‘Dit had je niet verwacht hé?’ zei ze triomfantelijk.
Daar stond hij dan met zijn mond vol tanden.‘Waarom doe je dit allemaal?’ vroeg hij uiteindelijk.
Ze antwoordde niet op zijn vraag.‘Dit was je kind zes jaar geleden.’ zij ze in plaats daarvan.‘Mijn kind?’ vroeg hij,’Was Inge zwanger van mij? Heeft ze abortus gepleegd? Waarom heeft ze mij dat niet vert…’Hij kon zijn zin nog niet eens afmaken of ze onderbrak hem al abrupt. ‘ZWIJG!!!’ riep ze.
Zonder op een van zijn vragen te antwoorden, deed ze teken naar een van haar lijfwachten. De lijfwacht verdween en kwam terug met een klein onverzorgd wezentje. Hij moest twee keer kijken voordat hij zag dat het een kind was, een meisje.
‘Dit is je kind!’riep ze.
Hij was stom van verbazing. Hoe kan dit? Hoe heeft Inge dit zolang voor hem kunnen verbergen?
‘Ik moest toch een souveniertje hebben voor je ons verliet? Ik kon je al niet uitstaan van in het begin
Maar ik wou je niet laten gaan zonder pijn, dat zou ik niet aan kunnen’
Een van de lijfwachten kwam kordaat op hem af. Hij verstijfde van angst. De man pakte hem stevig beet en bond hem vast aan een van de verstevigingpalen die er stonden. Het moment daarop zag hij van overal water binnenstromen. ‘Goede reis’ zei ze en verdween samen met haar lijfwachten en zijn kind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten